Vertalen is een vak. Een beroep waarvoor je wordt opgeleid aan een hogeschool of universiteit en waarin je al doende steeds beter wordt. Maar zelfs de best gekwalificeerde en meest ervaren vertaler maakt wel eens een foutje.
In de vertaalwereld is het een goed gebruik om de eerste versie van een vertaling grondig na te kijken. Studenten aan vertaalopleidingen leren al dat ze hun werk het beste na een pauze of een nacht goed slapen nog eens helemaal doorlezen, met een frisse blik. Wedden dat er in die tweede lezing nog best vaak zaken worden aangepast? Nog even die ene term of afkorting in overeenstemming brengen met hoe deze verderop in de tekst gebruikt wordt. Die wat houterige zin gauw nog iets vloeiender formuleren. En oeps, daar staat een typfout die door de automatische spelling- en grammaticacontrole is geglipt.
Deze beste praktijk van het nakijken staat in de dagelijkse realiteit van de vertaler soms onder druk. Want de deadline roept. En de volgende opdracht dient zich alweer aan. Hoewel de meeste opdrachtgevers vertalers vragen om hun eigen werk te controleren, wordt een meer grondige nakijkronde vaak toegewezen aan een tweede vertaler. Deze zogenaamde revisor houdt de vertaling naast de brontekst, beoordeelt of de inhoud correct is weergegeven in de doeltaal en of alles taalkundig en stilistisch gezien in orde is. Ook gaat de revisor na of de vertaler zich heeft gehouden aan eventuele richtlijnen en terminologievoorkeuren van de opdrachtgever.
De internationale norm voor vertaaldiensten, de ISO 17100, schrijft een onafhankelijke revisieronde door een tweede vertaler voor. Een werkwijze volgens deze norm wordt losgelaten op vertalingen die gezien worden door een groot publiek en die kwalitatief van hoog niveau moeten zijn. Een vertaalfout op een verpakking of in een gedrukte brochure is nu eenmaal niet zo eenvoudig te herstellen. Het is dus zaak om een vertaling zorgvuldig na te kijken voordat deze door de opdrachtgever verder verwerkt wordt.
Onze eigen ervaring met revisie? Al voordat Translavic houder werd van het ISO 17100-certificaat, was de inzet van een vertaler plús een revisor onze standaardpraktijk. Goed samenspel tussen deze twee levert inderdaad het beste resultaat op. Professionele vertalers gaan doorgaans goed om met feedback van peers. Ze leren van de opmerkingen van collega’s en voelen per klant en teksttype steeds beter aan wat er verlangd wordt. Goede revisoren zijn in staat om opbouwende kritiek te geven en collega-vertalers te wijzen op nuttige referentiematerialen.
Wat ons betreft zijn die twee paar ogen dus echt geen overbodige luxe. Althans, voor de meeste teksttypen. Het kan voorkomen dat een opdrachtgever vraagt om een vertaling die niet perfect hoeft te zijn, omdat deze niet gepubliceerd wordt en alleen voor intern gebruik is. Dan is één vertaler die zijn eigen werk controleert misschien al voldoende. Een combinatie van machinevertaling met een nabewerking door een menselijke post-editor kan ook een geschikte optie zijn, afhankelijk van de tekstsoort, omvang, talencombinatie en het gevraagde kwaliteitsniveau.
Meer weten? Lees verder over reviseren en onze andere diensten.